110 – iaaaaa…

Voor mijn ezels had ik deze winter de hoop gevestigd op extra weides van Gilbert. Voor de broodnodige extra beweging en uiteraard voor de voedselvoorziening.  Met zijn vieren ploegen ze de weides hier om als waren het boeren in een trekker. Maar Gilbert heeft nog een verrassingsvoorstel. Een stuk land dat aan de andere kant van de heuvel tegenover ons ligt. We gaan samen op pad om de boel nader te onderzoeken. Het blijkt om een prachtig stuk ongecultiveerd land te gaan wat ik eigenlijk maar al te goed ken. Ik had alleen niet gedacht dat ik de ezels daar heen zou kunnen brengen. Ik loop er vaak doorheen met de honden. Het is mooi ruig. Er wordt niet gemaaid en dat maakt het een mooie wilde plek. Er staat al een schrikdraad omheen. Dat moet ik dan nog even herstellen. Heuvel af, heuvel op, heuvel af ben ik een dagje in de weer met draad en knijptang en heggenschaar. Al eeuwen heeft Gilbert hier een koortje hangen dat samenhangt aan knopen en wegrottende houten palen. Maar met een beetje knip en plakwerk krijgen we de elektriciteit er wel weer doorheen gejast. Dartan doet de test en jankend rent hij weg. Naar huis. De ezels zijn niet blij. Ze zijn euforisch. Ze klimmen achter me aan de heuvel op en verstoppen zich aan de andere kant in het wilde gras. Dik en rond komen ze ’s avonds weer thuis. In mijn euforie, die ik natuurlijk op de ezels geprojecteerd had, denk ik nog dat dit voor de hele winter wel genoeg is maar na tien dagen is de grootste lol er al wel af. Inmiddels is het weer omgeslagen van heerlijk zonnig naar alle dagen regen. Wat eerst een leuke helling omhoog was, is nu een glibberige glijbaan geworden. Elke dag om vijf uur haal ik mijn lieftallige ezels weer terug. Want ’s nachts moeten ze dicht bij huis blijven. Met welluidende en vérdragende stem roep ik min of meer fonetisch hun namen. Het is eigenlijk een een lied. Een opera. Een Aria soms als ik met een mezzosopraan roep van: Zoëzoééééééé! Paquitopíetoooooooooo! ImageSitaaaaaaaa! mamma sitaaaaa! En dan daartussendoor in bariton: kòòòmmmmaar kòòòmmmaar! Herhaal. Stiekem studeer ik voor herderin. Want om overeind te blijven in de blubber loop ik met een echte houten wandelstok. Gezegend in Lourdes dus dat komt wel goed. Al dat zingen helpt niet veel trouwens. Pas als ik ze gevonden heb, natuurlijk in het verste uiterste hoekje, halen ze hun neus uit het gras en dan zingen we samen van kommaaar kommmaaar kommaaar! En vooooooruit! Helemaal boven op de heuvel moet er weer naar beneden geglibberd worden. Het lied verandert dan naar: vóóóóóórzichtig, rùùùùssssstigmaar! Vóóóóóórzichtig, rùùùùstigmaar! Goeoeoeoedzo! Goeoeoeoeoedzo! Herhaal. Dit alles gaat natuurlijk gepaard met veel stukjes wortel en de stal heb ik dan inmiddels al omgetoverd tot een fijne warme met stro gevulde ruimte en daaronder stukjes appel verstopt. Ik ken mijn pappenheimers en ze hebben mij goed opgevoed.
De vier koeien van Gilbert hebben het inmiddels wat de natuurlijke elementen betreft heel riant. Ze hoeven niet meer te glibberen en door de regen te banjeren. Ze hoeven niet meer heuvel op heuvel af te lopen. Ze staan de rest van de winter aan de ketting. Natje en droogje wordt ze twee maal per dag onder de neus geschoven en dat is dat. Van de Duitse buuf mag ik ook nog een groot stuk verwilderd land gebruiken en dat grenst aan het stuk dat de ezels nu hebben. Ze moeten dus nog een beetje doorglibberen en baggeren. Ik vroeg ze of ze niet liever aan de ketting in een warme stal staan. Ik hoorde niks. Toen ik vroeg of ze liever drijfnat en koud door de blubber baggeren riepen ze in koor van iaaaaaaaaa!
Als tegenhanger van het herderinnetje zitten we meestal op zondag vrolijk op de fiets. In plaats van beblubberde laarzen en donkere bodywarmer dragen we vrolijke lichte kleuren om maar vooral goed op te vallen. Het is alleen wel steeds hetzelfde uniform. Het begint een beetje saai te worden. Nu ben ik sterk tegen oeverloos kleding kopen maar het vlees is zwak en de uitdagingen onweerstaanbaar. Of andersom. Op alle foto’s zien we er hetzelfde uit in de winter. De foto’s zijn gewoon inwisselbaar. Gele jas met zwarte muts aan een picknicktafel. Gele jas met zwarte muts voor een berg. Gele jas met zwarte muts op de fiets. Gele jas met zwarte muts voor een vergezicht. Ik ben er een beetje klaar mee. Ik heb heus nog vier mutsen en nog genoeg sjaaltjes maar allemaal saai zwart. Ik vecht tegen mijn consumentengedrag. Ik kom op een leeftijd waarop ik kan zeggen dat ik nog kleding van 20 jaar geleden in de kast heb hangen. En het past nog goed hoor en het is nog lang niet versleten. Ik heb helemaal geen nieuwe kleding nodig. Denk aan het milieu. Denk aan de onnodige berg kleding die maar geproduceerd blijft worden. Denk aan al het geld dat je kunt besparen. Denk aan alle opgeheven vingertjes! Maar het is tijd voor kleur. Tijd voor een paarse muts en een roze sjaal. Ik zweer je dat ik er harder door rijd. Het is gewoon doping.  iaaaaaa!

4 gedachten over “110 – iaaaaa…

  1. A few trees and shrubs on the denuded slopes would stop the erosion and ultimately re-establish the environment. Just a thought for next spring.

  2. Bewerkelijke dieren, die ezels. Een kat is een stuk makkelijker. Maar wat goed van Gilbert om dat stuk land ter beschikking te stellen. Daar hebben jullie een goede aan en tegelijkertijd hij met jullie. Overigens adviseer ik spikes vanwege het geglibberd.
    Groetjes en liefs Jouke 💋

  3. Jou wens een groter stuk land voor de ezels is invervulling gegaan, wat wil je nog meer? Zij zijn beter af dan de koeien van Gilbert. En dan ook nog een stuk van de Duitse buuf erbij, ben je toe aan een vierwiel aangedreven jeep! Daarbij kun je een klaxon op melodie bestellen die eindigt op iaaaaaa! Nou, dat lijkt mij een prachtige optie tenopzichte van al dat geglibber, want dat gaat een keer hélemaal fout…..✨️🍀🎵❤️ liefs!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *