114 – Op de heupen

Gilbert komt binnen met een gezicht in een mengeling van onweer en wanhoop. We bemoeiden ons net lekker met onze eigen zaken uitbuikend op de bank voor de tv. Midden op de dag. Ik bereid me mentaal voor op een massage. De tafel staat klaar in de zaal, kacheltjes aan, kaarsje, gordijnen dicht, zacht muziekje.
De hoefsmid is net geweest en het was nogal een karwei om de vier blubberige moeflons weer op orde te krijgen. Vandaar dus dat languit op de bank liggen. Enniewee, Gilbert komt binnen en we redderen zo goed en zo kwaad als het gaat alle borden naar de keuken en de tv uit want de sfeer is van gezapig inslapen, omgeslagen naar grote zorg. In een mum van tijd bedenk je de vreselijkste dingen die gebeurd kunnen zijn. Gilbert bouwt de spanning nog even op met wat zuchten en moeilijk kijken maar dan komt het hoge woord er uit. Sylvie is de avond ervoor gevallen en nu kan ze helemaal niks meer. Ze heeft de hele nacht op de stoel voor de kachel in de keuken geslapen maar kan niet zelfstandig meer staan. Ze weigert alle mogelijke hulp. Al de hele ochtend is hij bezig geweest om op haar in te praten om naar de eerste hulp in St.Gaudens te gaan. Maar Sylvie peinst er niet over. Gilbert is ten einde raad. Hij wil haar niet dwingen. Ze moet het zelf willen maar deze situatie is onhoudbaar. Theo hoort de vraag tussen de regels en fluistert mij die dan in. Ik ben nog niet zo snel van begrip. Ah! Of ik mee ga om Sylvie te overtuigen? Gilbert’s lichaamstaal spreekt boekdelen. Graag! Ik zeg de massage af en we dalen samen af naar de plek der ontkenning. Sylvie zit krampachtig scheef op de stoel. Voet naar buiten gedraaid. Voor de kachel. Samen met pa en ma. Gilbert kruipt onder de schouw en ik ga naast haar zitten en pak haar hand. Zo vormen we een cirkel van lichte dwang. En dan begin ik langzaam met het hele proces door te lopen van medeleven naar begrip. Van begrip naar de vraag en wat nu? Ik golf met haar mee maar langzaam maar zeker komen we onverbiddelijk op het punt dat deze situatie onhoudbaar is. Maar Sylvie is koppig en bij alles wat we opperen zegt ze nee! Ik wil niet! Ik blijf zitten waar ik zit! Ik verroer me niet en dan komt het vanzelf goed. Ontkenning. Ik blijf begripvol, ga weer een paar stappen terug om vervolgens weer wat verder toe te slaan. Ontkenning. Nee! Ik wil niet! Weer een paar stappen terug om dan toch een stap verder te komen. Oke bel de huisarts dan maar. Gilbert hangt al aan de telefoon maar zoals te verwachten kan ze daar niet terecht, er komt niemand naar haar toe, ze zal naar de eerste hulp moeten. Eindelijk zegt ze dat we dan maar een ambulance moeten bellen. Het heeft een uur geduurd. Toch niet slecht. Ik beloof dat ik bij haar zal blijven. De ambulance van de brandweer komt met drie man sterk. Er wordt een uitgebreide anamnese gedaan. Ik zie Sylvie opfleuren. De pijn is niet weg maar er is alleen maar aandacht voor haar. Ik beloof dat ik achter haar aan naar de eerste hulp mee ga want in de ambulance mag ik niet. Daarvoor is ze te oud. Ach het arme kind! Ze komt nooit van het terrein en dan nu zo ver weg, helemaal alleen, haar ouders achterlatend en met angst voor wat er gebeuren gaat! Ik hobbel rustig achter de zwaailichten aan maar eenmaal bij het ziekenhuis verdwijnt de ambulance door de poorten van de eerste hulp en sta ik buiten. En naar binnen zonder hulpvraag mag ik ook niet. Ik probeer het toch en gelukkig tref ik dan één van de ambulance medewerkers. Zij zorgt ervoor dat ik bij de receptie mijn telefoonnummer mag achterlaten voor als er informatie is. Ga maar even de stad in, zegt ze want dit duurt wel even. Het is uitverkoop roept ze er achteraan. Voor haar is het een dag als alle anderen. Voor mij is het een moment vol onzekerheid. Ik neem de gelegenheid maar te baat om de boodschappen te halen maar sta dan nog anderhalf uur op het parkeerterrein te wachten op nieuws. Ik ben totaal nutteloos. Ik kan niet Sylvie’s hand vasthouden, een glaasje water voor haar halen of haar moed inspreken. Uiteindelijk hoor ik dat ze nog steeds in de röntgen afdeling is maar dat ze waarschijnlijk een gebroken heup heeft. Dan ga ik maar naar huis. Die komt niet meer mee terug. Het is inmiddels donker en het waait en het regent en ik ben bibberig van honger en vermoeidheid. Bovendien voelt het als totale tijdverspilling. Eenmaal terug bij de buren belt Gilbert nog een keer en dan is het zeker dat ze een gebroken heup heeft en de dag erna geopereerd wordt.
De volgende dag heeft Gilbert een doktersafspraak voor zichzelf. Door miscommunicatie is die afspraak al een paar keer verzet en dus moet hij er nu wel naartoe. Er is niet veel speling in de vraag wie er op pa en ma gaat passen. Ik, zei de gek. Gewapend met mijn manicure set en tablet en luidspreker zwaai ik Gilbert uit en wijt me aan de nobele taak van het babysitten. Met een playlist van Franse chansons hoop ik de boel een beetje levendig te houden. Ik maak een piepklein dansje met Roger, voordat hij zich weer met het hout in de kachel bezig houdt en zing met Marthe over Parijs en de liefde. Ze lacht me welwillend toe terwijl ik haar handen masseer en de baard epileer. Daarna sla ik aan het koken. Ik zet Marthe aan het schillen der aardappelen die Roger heel hulpvaardig ergens vandaan heeft gevist. Ondertussen staat de telefoon roodgloeiend met familie leden die willen weten hoe het met Sylvie gaat. Eigenlijk gaat het allemaal gesmeerd. En tegen de tijd dat alles min of meer op tafel kan is Gilbert ook alweer terug en kan iedereen aan de dis. Dan heb ik toch niet het idee dat ik helemaal voor Jan met de Korte achternaam bezig ben geweest.
Na zes dagen in het ziekenhuis, is Sylvie hersteld van de operatie en alweer thuis. Ze is blij en dankbaar dat we haar hebben overtuigd om naar het ziekenhuis te gaan. Na minstens tien jaar hinkelen en strompelen kan ze nu beginnen aan haar nieuwe leven.
Wij kunnen door met de taak die voor ons ligt: weer een stuk van het dak repareren.

6 gedachten over “114 – Op de heupen

  1. Gompie wat een verhaal weer. Zo ben je van masseuse, danslerares ook nog psychologisch medewerkster en ambulance begeleidster. Overigens noemen ze dat in oostelijk Nederland noaberschap. Echt iets voor de landelijke regio’s. Twee richting verkeer in jullie geval?
    Groetjes en liefs Jouke 💋

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *