Omgaan met je vrije tijd is nog een kunst op zich. Maanden kijk je er naar uit en plotseling bevind je je in een staat van verveling, humeurigheid en algehele malaise. Dat is niet de bedoeling van vrij zijn. Maar helaas wel een gevolg. Wat een ellende zeg! Theo en ik nemen om toerbeurt een baaldag. Als mijn humeur op nul staat, loopt hij op zijn tenen en omgekeerd. Dit moet niet te lang duren want dan is onze vrije tijd om. Het weer werkt ook niet mee. Het is koud en grijs. Echt weer om voor de kachel te zitten met een boek. Maar dat kan je beter ergens anders doen dan in je eigen huis. De beslommeringen vreten je als het ware op en voordat je voor die kachel zit moet je alweer naar bed. Leuke dingen doen kost toch hier en daar wel wat geld en dat is nu precies wat we niet hebben behalve om die vrije tijd uit te zitten. Als je niet beter wist zou je denken dat het leven een ramp is maar dat valt nog wel mee natuurlijk. We kunnen er gewoon niet meer mee omgaan.
Om de donkere dagen voor Kerst door te komen heb ik wel weer een oude hobby opgepakt: breien. Toen ik 6 was leerde mijn oma mij breien. Ik weet niet meer of het moest of dat ik het wilde. Ik denk dat ik het wilde want oma bree in die tijd nog heel wat truitjes en sokken en ik vond dat fascinerend. Gezeten naast oma met mijn eigen pennen deed ik haar trouw na, ongetwijfeld met mijn tong uit de mond van inspanning. Ik had een breigave want al snel bree ik alles wat los en vast zat in een grote sliert aan elkaar. Later werden dat toch ook heuse truien. Tijdens hoorcolleges, waarin je verder toch niks anders mocht doen, was het destijds heel gebruikelijk dat je iets op de pennen had. Ik schaam me er nu voor maar toen deed ik het. Daarna was er een hele tijd niets want er viel geen wol meer te kopen behalve heel duur en ineens is het weer een rage geworden. In van die dingen-winkels hier vind ik ineens allemaal van die fantasie wol. Mijn vingers jeuken. Er liggen schappen vol met felgekleurde rafelige bolletjes en het is de bedoeling dat je er sjaals van breit. Op zolder vind ik nog een hele kist vol breipennen, rondbreipennen, kabelpennen en haaknaalden. Ooit in een ver verleden was ik hier heel goed in. Heel langzaam komt het dan ook weer terug. Ik begin met kado sjaals. Ik heb er nogal wat te geven namelijk. Zo is Alison jarig… wel 40 wordt ze. De eerste sjaal is leuk maar er moet er toch nog een bij. Ze is er dolblij mee. En omdat die kinderen van haar me langzaam een beetje als alien auntie gaan beschouwen, brei ik er voor hen ook maar gelijk een. Ik heb de vaart er in. Elke avond en elk ander “vrij” moment snel ik me door de bolletjes heen. Nu Christel hier geweest is weet ik ineens wat voor kado ik haar en die twee meiden kan geven bij thuiskomst. Ik ben er bijna door. En dan hebben we Nadine nog. Die MOET een sjaal van mijn hand. Ze weet dat ik het ga doen en de tranen stonden in haar ogen van geluk. Ik brei mezelf een tennisarm om dat geluk waardig te zijn. Binnenkort ga ik weer naar de winkel en ga vast weer wat wol scoren voor een nieuw project. Ondertussen droom ik van schapen scheren en wol spinnen en volgende winter echte wollen truien breien. Alsof mijn hersens niks beters te doen hebben. Misschien ga ik er toch eens echt werk van maken. Ik ken een schapenhoeder die altijd praatjes met me maakt als ik met de honden voorbij kom. Die kan mij vast wel een wolletje aan de hand doen. En als het dan echt gaat bevallen neem ik er een alpaca bij. Een lama met een hele mooie vacht. Kan best naast de ezels. Over een paar jaar is hier een uitdragerij van truien van hondenhaar, schapenhaar en ezelhaar. U vraagt het maar. Het kan ook best zijn dat deze rage over een paar pennen afgelopen is. Dan pak ik weer een boek.
15-12-2009