Tante Noor werd wakker door een vreemd geluid in de verte. Het leek alsof iemand sprak maar toch weer niet. Alsof iemand wat zei maar zich bedacht op het moment dat het zijn mond uit kwam. Ze besloot naar het gemompel op zoek te gaan en daarom trok ze haar speciale hoefijzers voor lange afstanden aan. Ze had het gevoel dat het wel eens lang kon duren. Die speciale ijzers had ze nog maar pas en dit was een uitgelezen moment om ze in te lopen.
Klepper de klepper daar ging ze op weg. Het geklepper overstemde echter het vreemde geluid en daarom moest ze om de paar passen even halt houden. Dat was meteen een goed excuus om even uit te puffen. Nadat ze een hele tijd in de richting van het geluid gelopen had, en het geluid steeds onduidelijker werd, kreeg ze in de gaten, dat ze de verkeerde kant uit was gelopen. Ze draaide zich om en liep het hele eind weer terug.
Daar onder de boom op de heuvel, waar ze net vandaan kwam, zag ze de staart van Paquito uit de bladeren hangen. Ze trok er even aan om het zeker te weten.
– Auw! Schreeuwde Paquito.
– Goede middag, antwoordde tante Noor. Wat ben jij daar aan het doen?
– Ik ben mijn stem aan het trainen. Ik heb van Pucks allerlei oefeningen gekregen om van alles te leren. Deze oefening is voor mijn stem, luister maar.
En daar begon het rare gemompel weer dat wel uit de verte leek te komen. Tante Noor besloot naar het geluid op zoek te gaan en omdat ze dacht dat het wel eens lang zou kunnen duren…
– Ik heb het idee dat ik voor de gek gehouden word!
Uit de boom zag ze, naast een staart ook een holle tak naar beneden steken, pal naast haar hoofd.
– Wat is dat nu weer?
– Wwhoem whooom whom nu wheeee …
Paquito kwam naar beneden geklauterd en liet zijn nieuwste speeldingetje zien.
– Kijk, ik heb een didgeridinges. Het komt uit een heel ver land maar deze komt gewoon bij de bron vandaan. Het is van bamboeoeoe.
– Je loeit antwoordde tante Noor. Dat is niks voor een ezel.
Paquito hield het niet meer van het lachen.
– Ga nu maar gewoon even zitten en luister.
Tante Noor trok haar ijzers uit en deed braaf wat haar neefje van haar vroeg. En daar begon Paquito weer te oefenen op de didgeridinges.
Tante Noor viel er van in slaap en in haar dromen bouwde ze een heel land helemaal voor zichzelf waarin echt alles was, zoals ze het graag zou hebben. Ze was niet meer moe en der dagen een klein beetje zat. Ze danste met andere paarden over de rode vlakte naar de gele zon en ‘s nachts sliep ze in een grot waar ze helemaal vanzelf een schilderij werd.
– Dat was prachtig fluisterde ze toen de muziek was gestopt. Dat was waarlijk erg mooi Paquito. Ik dank je uit het diepst van mijn hart.
Ze klom weer in de benen, trok haar lange afstand ijzers aan en besloot een reis te maken die nooit zou ophouden. Maar tegen de tijd dat het licht werd en de zon op kwam, liep ze nog steeds in cirkels om de boom op de heuvel.
– Ik geloof dat ik een beetje een stalpaard ben geworden mompelde ze en viel daarna in een droomloze slaap die nergens over ging.
Paquito klom weer de boom in en didgeridingeste alsof zijn leven er vanaf hing.