Ik ben geobsedeerd met eten. Ik weet het. Het is altijd al zo geweest. Als kind spaarde ik lege flessen om het statiegeld om te zetten in ingrediënten voor allerhande smerige toetjes. Die aten mijn moeder en vader dan netjes op zonder zichtbare braakneigingen. Dat geeft de burger moed. Daarna las ik mezelf in slaap met kookboeken. Van iemand kreeg ik het margriet kookboek want dat schijn je te moeten hebben als je zelfstandig wordt en op kamers gaat. Daarin kwamen dan weer allerhande receptjes als een soort van poëzie album. Toen werd ik geobsedeerd door de slanke lijn en watertandde ik in bed met een knorrende maag. Vervolgens werd ik vegetarisch. Daarna raakte ik soms helemaal de weg kwijt maar sinds we hier wonen is eten weer een hot item. 7 jaar lang heb ik voor een weeshuis gekookt. Soms met frisse tegenzin maar altijd gedreven om weer wat nieuws of leuks op tafel te zetten. Jongeren met problemen lusten veel dingen niet. En dat zul je merken. Het is misschien wel zo dat jongeren zo wie zo veel dingen niet lusten. Joost mag weten wat ik al die jaren op tafel gezet heb. En hoeveel tijd er heeft gezeten in de hele logistiek van nadenken, boodschappen halen en voorbereiden tot de pruttelende pannen op tafel stonden. Je zou denken dat de lust me is vergaan maar nee hoor. Ik blijf koken. En elke dag opnieuw ben ik blanco en weet ik bij God niet wat het eens zal worden.
Sinds half juni volgt Theo een dieet zonder koolhydraten, suiker, lactose en zetmeel. Dat is beter voor zijn darmen die anders ontsteken. We eten dus geen brood meer, geen rijst, geen pasta, geen melk en allerlei producten die je min of meer kant en klaar in de winkel kunt kopen. We zijn werkelijk back to basic. Ik zeg we omdat ik solidair ben natuurlijk. Ik weet niet of ik uit intrinsieke motivatie solidair ben. Misschien ligt er wel een heel egoïstische reden aan ten grondslag maar die spreek ik liever nog even niet uit. Stel je voor dat ik te serieus genomen wordt. Solidair klinkt goed en dat is het ook. En daar houd ik het even bij.
Voor mij ligt er weer een hele nieuwe uitdaging in het verschiet. Wat doe je in vredesnaam nog als je de meeste dingen die zo “normaal” zijn niet meer mag. Ik experimenteer met notenmeel en maak de heerlijkste cakes en taartjes. Eerder nooit zo mijn sterkste kant. De meest idiote aardappelvervangers zoals wortelpure komen op tafel getoverd en van de weeromstuit zijn de twee jongens hier ook bijna net zo “goed”bezig als ik. Ik moet eerlijk zeggen dat het gewoon een verademing is om al die dikmakende koolhydraten niet meer in mijn lichaam te krijgen. Ja ik ga ver. 43 jaar doe ik niet anders en een paar maanden zo’n dieet en ik gruw van koolhydraten. Dat overkwam me ook met vegetarisch zijn. De geur van runderbouillon deed me al huiveren. Ik ben fanatiek bloedje fanatiek als ik eenmaal ergens mijn tanden in zet. Letterlijk. En mijn tanden staan op dit moment in “natuurlijk”. Zoals de voorzienigheid, God of Shiva of de natuur zelf het zo bedoeld heeft.
Al bijna drie jaar doe ik dat met de honden. Die eten zo natuurlijk als ik het voor ze krijgen kan. En ik ben bloedje fanatiek. Zo vegetarisch als ik ooit was zo vlees belust ben ik de laatste paar jaar. Het idee alleen al hoeveel vlees er wordt weggegooid maakt me vreselijk hebberig. In elke supermarkt waar ik kom met een aparte slagerij vraag ik om afval voor de honden. Hoe beter ik het breng, hoe meer ik krijg. Ik ben niet altijd even goed te pas. En dan wil ik het toch. Dat werkt niet. Vrouwelijke slagers zijn ook niet handig. Die hebben nooit wat. Met mannen ben ik beter. Het verhaal van mijn zieke hond die anders sterft als hij geen vlees krijgt komt niet meer goed over. Hoewel ik er nog wel een beetje op teer. Barroush is te lang dood nu. Tegenwoordig probeer ik geen reden meer te geven. Ik wacht tot er niemand bij de slagerij afdeling staat behalve de slager zelf natuurlijk. Mascara werkt voor mijn zelfvertrouwen en dan begint het flirten.
Hallo bonjour, ik heb eigenlijk een vreemde vraag waarmee ik u lastig val. Is het misschien mogelijk dat u wat resten overheeft die ik mijn honden kan voeren. Ik weet dat het misschien wat te veel gevraagd is (voor een man is nooit wat te veel gevraagd als je er van uit gaat dat het te veel gevraagd is) en als het niet uitkomt, geen probleem. Ik glimlach en twinkel zoveel mogelijk met mijn ogen. Van te voren heb ik al net iets te lang naar de heer in kwestie gekeken dan strikt noodzakelijk en bijna onmerkbaar geknikt. Als Theo mee is, dan is die allang naar de andere kant van de winkel verdwenen en laat mij mijn ding doen. Meestal werkt de truc. Och natuurlijk ik zal even voor u kijken en daar vliegen ze naar achter waar van alles in emmers ligt. En met een zak vol komen ze dan weer tevoorschijn. Trots terug van de jacht en met de antiloop over de schouder voor mij gevangen. Ik bedank verrast voor het feit dat het gelukt is, wens de slager nog een hele fijne dag en ach, het is bijna weekend gelukkig en spoed me naar huis met de buit om te kijken wat ik heb mee gekregen.
Vandaag was echt een goede dag. Bij mijn gewone slager die zogenaamd niks had behalve wat runderrestvlees scoorde ik anderhalve kilo. In de supermarkt idem dito.
Eerlijk waar ik ben bereid tot veel om mijn honden te voeren. Waar de grens ligt weet ik nog niet, dat ligt aan de eventuele nood die aan de eventuele man komt. Ik gruw van koolhydraten en brokjes. Voorlopig kan ik nog wegkomen met “exotisch” zijn. Ik ben lang en regelmatig blond. Ik klink charmant omdat ik soms taalfouten maak. Daaraan merk je dat ik mijn best doe. Maar vandaag of morgen ben ik oud en niet meer zo exotisch en spreek ik vloeiend Frans zonder een spoortje accent. Dat wordt mijn ondergang.
13-09-2009