– Kom eens kijken wat ik hier heb!
Alle dieren bogen zich over een plaatje.
– Je hebt een blaadje merkte Paquito heel slim op.
– Nee dit is een plaatje verbeterde Pucks. Dit is een plaatje van mij als baby.
De dieren keken nog eens goed maar de meeste zagen niets anders dan een gekleurd blaadje.
– Ik geloof dat ik ook zo’n blaadje heb mompelde juffrouw Bridjo. Ze snuffelde even in haar tas en kwam vervolgens ook met een blaadje op de proppen.
– Ik geloof dat ik dit ben als baby maar zeker weten doe ik het niet.
– Ach wat lief…. Pucks keek vertederd naar het plaatje. Wat had je een snoezig koppie!
Juffrouw Bridjo vond dat rare gepraat maar niks en stopte het plaatje snel weer in haar tas.
Tante Noor kwam achter de andere dieren vandaan.
– Ik heb ook zo’n plaatje Pucks. Eerst dacht ik dat het een gewoon blaadje was maar nu ik het jouwe heb gezien denk ik dat het toch een plaatje is.
Pucks bekeek het blaadje eens goed maar na een tijdje zei ze:
– Dit is geen plaatje tante Noor, dit is een foto.
– Wat een raar woord riep Paquito, dat kan toch helemaal niet. Foto bestaat niet hoor!
– Toch wel, besliste Pucks, een foto is een soort plaatje dat echt gebeurd is. Een stukje van toen in het nu.
De dieren werden er stil van. Het was té ingewikkeld om te bevatten.
– Dit plaatje vertelt een verhaal, probeerde Pucks het nog een keer. Daarom is het een foto. Als je goed kijkt, zie je dat er wat gebeurt. Maar eigenlijk zie ik ook niet goed wát er dan wel gebeurt.
Die avond zaten alle dieren om het kampvuur nog na te denken over de foto van tante Noor. Juffrouw Bridjo was een beetje jaloers omdat haar blaadje gewoon een plaatje was en Paquito was hartstikke trots want zijn tante had iets waarvan hij het woord nog maar nauwelijks kon bevatten.
– Heel lang geleden, toen ik nog een klein meisje was, werkte ik als trapezepaard. Tante Noor was heel zachtjes beginnen te praten.
– Ik woonde in het circus. En elke avond gaven we een voorstelling. Er kwamen dan heel veel mensen naar mij kijken maar eerst was er een man die steeds viel en daarna kwamen er gevaarlijke dieren die door een hoepel sprongen. Daarna was het mijn beurt. Eerst deed ik dan natuurlijk de radslag. Dat was een opwarmertje. Daarna nog een beetje galoppen en als belangrijkste deed ik de trapeze. Ik hing in de touwen en zwaaide heen en weer door het circus. Soms sprong ik dan van touw naar touw en als ik klaar was, werd het heel stil in het circus. En dan mocht ik weer terug naar huis om lekker veel hooi en wortelen te eten. Een heerlijke tijd was dat.
De dieren deden hun uiterste best om zich voor te stellen hoe tante Noor als klein meisje in de touwen hing.
– Onmogelijk, zei juffrouw Bridjo na een tijdje. Ik heb op mijn reizen heel wat gezien maar nog nooit een trapezepaard.
– Ongelofelijk, zuchtte Pucks. Ik heb al van heel veel dingen gehoord maar nog nooit van zo’n ingewikkeld woord als trapezepaard.
– Wat mooi! Kakelde Indy de kip. Dat wil ik ook!
– Best eng lijkt me dat om te vallen, de flierefloeper huiverde bij de gedachte alleen al en Paquito was stil.
– Merkwaardig, mompelde Dapper het konijn na een hele lange stilte. Ik kan me niks voorstellen bij een versleten staart.
Pucks haalde het plaatje met de foto nog eens tevoorschijn.
– Kijk, nu snap ik het, zei ze. Als je goed kijkt dan kan je alles zien.
Alle dieren keken nog eens goed. Maar niemand zag het echt en iedereen zag het anders. Alleen tante Noor zag achter haar ogen hoe de foto werkelijk geweest was.