– Wheeah, gaapte Paquito op een ochtend nadat hij zijn buikje vol gegeten had aan distels en grasjes.
– Ik verveel me helemaal te pletter.
Hij schudde zijn hoofd eens goed, zodat zijn oren om hem heen flapperden. Hij zwaaide zo hard met zijn staart, dat alle vliegen verschrikt een boom in vlogen en boos zoemden dat er geen lol aan was bij die gekke ezel.
Tante Noor keek hem bevreemd aan. Tante Noor had niet van die lange oren waar ze zo mee kon flapperen. Tante Noor had kleine paarde oortjes maar wel een prachtige volle dikke staart waarmee ze vliegen als een gordijn bij zich vandaan hield. Tante Noor was ook geen ezel maar een echt paardje en ze was ook eigenlijk geen echte tante maar dat maakte voor Paquito niet zo veel uit.
– hmm, zei tante Noor, dat verhaal heb ik al eerder gehoord. Ik stel voor dat je dan wat gaat doen en ophoudt met mij te storen.
Als een echte grote ezel stond Paquito op, wankelde een paar tellen op zijn hoefjes, vond zijn evenwicht en dartelde naar de rand van het weiland.
– Ik ga wat doen! Riep hij tegen de vogels die om hem heen vlogen en altijd in waren voor wat nieuws. Hij keek hoe ze met zijn allen van hem weg vlogen, grote cirkels in de lucht maakten, buitelden en kopjerolden.
– Dat wil ik ook, verzuchtte Paquito. Hij sprong omhoog maar kon zijn vleugels niet vinden en plofte met een “plof” op de grond.
-Auw! riep hij, dat was niet fijn.
Maar Paquito was niet voor één gat te vangen. Hij liep de heuvel op waar tante Noor vredig stond te dutten, nam een aanloop, sprong omhoog, riep hopla! en belandde weer op de grond nog voordat hij maar had kunnen bedenken waar zijn vleugels nu zaten.
Pucks de zwarte poes, had het hele gedoe met een glimlach bekeken.
– Wat ben je aan het doen? vroeg ze, toen Paquito voor de vierde keer op zijn buik in het gras belandde. Het lijkt wel of je de vallende ziekte hebt.
– De vallende wat?
– De ziekte je weet wel, dat je niet helemaal lekker en jezelf bent.
– Dat zie je toch, ik probeer te vliegen, antwoordde Paquito trots maar ook een beetje op zijn hoede. En ik kan het best wel want ik heb het al heel vaak gedaan.
Pucks rolde op haar rug van het lachen.
– Natuurlijk Paquito, natuurlijk heb je dat al heel vaak gedaan. En daarna werd je zeker wakker?
– Nou, uh… tja, zei Paquito, een beetje wel.
– Maar waarom wil je eigenlijk gaan vliegen? Pucks draaide haar soepele lichaam om de hoefjes van Paquito die dat zo fijn vond, dat hij er bijna van ging spinnen maar dat kon hij ook nog niet zo goed en dus bleef het bij een vreemd gerommel ergens achter in zijn keel.
– Eigenlijk, zei Paquito wil ik gewoon wat gaan doen. Ik verveel me te pletter en tante Noor staat te slapen. Ik wilde wel eens met de vogels mee naar de andere kant van de… tja, van wat eigenlijk? Dat bedoel ik nou, ik weet niet eens wat er verder nog is.
– Ah, zei Pucks die eigenlijk heel wijs was, je bent nieuwsgierig!
Paquito keek verschrikt.
– Is dat erg als je dat hebt, dat nieuwdinges? Is dat net zo erg als dat vallen?
Weer rolde Pucks over haar rug en over haar staart van het lachen.
– Nee hoor, zei ze geruststellend nadat ze weer was bijgekomen. Dat is helemaal niet erg. Dat is juist heel goed! Kom, ik heb wel een ideetje.
Met flinke stapjes liep ze voor Paquito uit naar een groot hek, haalde het slot er af en duwde het met alle kracht die ze in zich had open.
– Kom maar zei ze je kunt nu gaan waar je wilt. Je bent vrij.
Paquito zette voorzichtig een paar stappen buiten het hek.
– Dat is een leuk trucje wat je daar deed, zei hij. Dat wil ik ook wel leren. Maar eerst wil ik nog leren vliegen en spinnen.
Maar eenmaal buiten het vertrouwde veldje werd Paquito toch wel een beetje bang.
– Ik geloof dat ik ineens niet meer zo nieuwdinges ben als net piepte hij voorzichtig tegen Pucks.
Pucks keek vol bewondering naar Paquito.
– Misschien heb je wel pleinvrees zei ze, dat heb ik nog nooit gezien. Maar ik heb er wel over gelezen in een heel dik boek.
Paquito had ineens genoeg van al die moeilijke woorden en bovendien was het helemaal niet leuk om ze te hebben. Vastberaden draaide hij zich om, liep weer terug het weiland in en deed het hek achter zich dicht.
– Ik blijf nog wel even hier zei hij tegen Pucks. Ik ben toch niet zo nieuwdinges als jij zei en voorlopig heb ik nog geen zin in vallen en pleinangst.
– Vrees, verbeterde Pucks, pleinvrees, ik weet het zeker. Met haar staart parmantig omhoog, liep ze weer weg, op zoek naar nog meer moeilijke woorden.
Paquito liep terug naar tante Noor, flapperend met zijn oren en zwaaiend met zijn staartje.
– Ik verveel me helemaal te pletter zuchtte hij maar tante Noor deed net of ze niks hoorde, trok haar schouders op en sliep weer verder.