Vertaalburo

Woon je in Frankrijk, dan spreek je uiteraard Frans. Zo zijn wij Nederlanders opgevoed. Ik dan toch tenminste. De Engelsen hebben er ook een spreekwoord voor maar die houden zich er niet aan. Die vinden Frans natuurlijk veel te moeilijk. Nu valt dat voor mij nogal mee omdat ik al vroeg wat rijtjes in mijn hoofd gestampt heb gekregen en er zwaaide een degelijke oude dame de scepter voor de Franse les. En aangezien wiskunde en de rest niet aan mij besteed waren, had ik niet veel keus dan mijn best te doen. Het kwam me ook wel een beetje aanwaaien en voor het nivo waar ik het voor nodig had, was dat aanwaaien voldoende. Dat merk ik nu wel. Het ontbreekt mij aan actieve grammatica. Ik heb geen idee wat ik doe maar het lukt gewoon. In het Nederlands maak ik ook geen kromme zinnen zelfs al heb ik geen benul van hoog nivo grammatica lessen. Ik geef het maar eens toe. Dus met mijn Frans gevoel kom ik behoorlijk toe hier. Steeds beter. Maar als het er op aan komt dan ben ik weg. Dat is niet netjes maar het is zo.

Nu wil het geval dat wij als de wiedeweerga moeten gaan werken aan onze toekomst. Het is net of je terug 18 bent. Zo denken wij na: wat willen we later worden?  Helaas is het al later en zijn de keuze mogelijkheden niet meer onbeperkt. Laat staan dat de staat of ouders bereid zijn in ons te investeren. Om het werk dat we doen voort te kunnen zetten is het van het allergrootste belang dat we een toezichthouder in Frankrijk hebben. De Nederlandse staat vindt dat een vereiste. Al negen jaar sjoemelen we zo’n beetje door het werk en natuurlijk zijn we dan in eerste instantie verontwaardigd. Stel je voor dat het niet lukt? Afijn we zagen beren op de weg maar aangezien het geheel aan onze controle voorbij gaat, proberen we maar wat. Niet geschoten is in zo’n geval altijd mis. Dus we tijgen naar de conseil général alhier om vervolgens in de wacht te worden gezet. Na enig over en weer bellen, blijken we in dossier vorm al in Toulouse te liggen en om te voorkomen dat we volgend jaar nog niks gehoord hebben, maken we maar een afspraak. Dat was dan afgelopen week. Aan ons water voelen we wel, dat we niet met lege handen aan kunnen komen. Iedereen kan wel wat roepen en beweren, dat maakt een mens nog niet geloofwaardig. Dus bereiden we ons heel goed voor. Onze diploma’s laten we legaliseren en vertalen. Je weet wel, die papiertjes die ergens op zolder liggen waarvan je dacht ze nooit meer nodig te hebben. En al die stempels en vertalingen kosten handen vol geld. Want google vertaal mag het niet doen natuurlijk en de buurvrouw ook niet. Nee, iemand die bij wet beëdigd is met het daarbij behorende woord per document loon, is de enige die er aan mag komen. Onze methodiek kan ook wel een opfrisbeurt gebruiken. Gelukkig kan dat door een kennisje gedaan worden, die we echter ook niet met lege handen kunnen laten zitten. Voor niets gaat de zon op. En zo komen we dan met een flinke map op het kantoor van jeugd en gezin. Het gesprek verloopt wonderwel erg goed en we krijgen min of meer toestemming voor een toezichthouder. Want zoals de dame die ons hielp zei: “Nu we op de hoogte van jullie bestaan zijn, zijn we automatisch ook een beetje verantwoordelijk.” In plaats dat we in opperste euforie zijn, zijn we gesloopt. De onzekerheid over de toekomst vreet aan een mens.

Om te voorkomen dat we in een groot zwart gat vallen als al onze inspanningen vergeefs blijken te zijn, nemen we ons eigen lot ook vast in handen. Voor mij betekent dat, dat ik me maar eens moet gaan focussen op waar ik werkelijk goed in ben: dans en beweging. Het is niet anders. Ik lanceer naast de danslessen nog een cursus dansexpressie. Het loopt: ik heb twee deelnemers die vier weken lang zichzelf tegen komen. Ik hoef alleen maar te kijken en hier en daar wat te roepen. Vooral niet te veel. En als ik dan later eens voor mezelf op de trampoline sta bedenk ik me dat ik er ook wel een fitness clubje bij kan starten. Lekker recht toe recht aan conditie training. Om het aan de man te brengen, maak ik een informatie foldertje dat niet alleen in het Nederlands maar ook in het Engels en natuurlijk in het Frans vertaald moet worden. Ik heb nieuw bloed nodig. Google vertaal wil me in dit geval wel op weg helpen maar geweldig oogt het nog niet. Mijn Engelse vriendin Alison maakt van mijn ratjetoe Engels een officieel document waar een advocaat geen speld tussen kan krijgen. Dat is nu ook weer niet de bedoeling. Het moet wel leuk blijven. Maar ja, ze is nogal op de letter. Waar ik met name mannen aanspreek (ik wil wel eens wat anders) maakt ze er snel “people” van. En verder volzinnen die een vertaler waardig zouden zijn. Zo mag ik natuurlijk niet met “En” met hoofdletter beginnen en “Maar” mag ook niet aan het begin van een zin. Echter voor een fitness foldertje waag ik me graag op wat familiair ijs. De Franse vertaling wordt wat lastiger. De scepter van de Franse juf kon nog zo hard zwaaien maar sommige dingen bespreek ik liever dan dat ik ze schrijf. Afijn, ik ga met mijn rommelige Franse folder maar eens bij de buren langs. Die kunnen er vast wel chocola van maken en zo sla ik twee vliegen in een klap. Gilbert ziet niets belangwekkends aan mijn Franse gerommel en als hij de hele handel door heeft gelezen legt hij de papieren neer, staart wat voor zich uit door de tafel heen en zegt dan na een eindeloze tijd: wat is “fitness” eigenlijk? Hij heeft er dus geen woord van begrepen. Ik leg uit dat ik een woord zoek wat daar op slaat, kennelijk wordt dat in het Frans niet gebruikt. Na enig hummen ontdekken we op deze manier nog wat foutjes maar een advocaat zou er volgens mij nog iets heel anders van kunnen maken en het tegen me gebruiken. De buren vinden het echter prachtig en melden zich aan voor de eerste les.

30-10-2011

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *