Sinds een paar maanden is er in het dorp een nieuwe dierendokter. Dat is fijn. Ware het niet dat ik al 8 jaar lang naar Samatan kachel als er stront aan de knikker is. Je raakt gewend aan zo’n ritje. Het geeft je een reden om even weg te zijn. Bovendien bouw je een relatie op en aangezien ik niet makkelijk van partners wissel en graag vasthoud aan bekende dingen, tot op het neurotische af, wil ik eigenlijk liever niet van dokter veranderen. Ik kan de vraag eigenlijk beter voorleggen aan de honden want die moeten de eventuele ellende tenslotte ondergaan. En dan is het antwoord simpel: het maakt niet uit in welke behandelkamer je bent, het is en blijft een dierendokter. Niet leuk dus.
Juffrouw Bridjo heeft een jaarlijks terug kerend probleem: jeuk. Elk voorjaar begint de ellende om pas in het najaar op te houden. Het kan dus aan niets anders liggen dan aan zaken die in het voorjaar beginnen en in het najaar ophouden. Pollen, vlooien, mijt en warmte. Kies maar. Wij gaan voor mijt. Maar de nieuwe dierendokter weet nog wat anders: pollen. Daar doe je niets aan. Die dwarrelen door de lucht en zorgen her en der voor allergische reakties. Zelfs voor jeuk. En omdat al mijn alternatieve genezende middelen uitgeput waren, bleef er niets anders over dan een spuit met cortisonen. De nieuwe dierendokter stelt me gerust: als je alles geprobeerd hebt, dan moet je wel. Ik heb er enigszins vertrouwen in want ze had, toen haar praktijk net open ging, een kalf van Gilbert opgenomen. Het beestje bleek ziek en moest onder voortdurende surveillance staan. Breng het beest maar naar de kliniek had ze tegen Gilbert gezegd, die er niks van snapte. Koe naar de kliniek? Een beetje net zoals wij geen gewonde vlieg naar de dierenarts brengen. Nadat Gilbert het beeld op zich had laten inwerken, heeft hij het kalf toch maar in de veiligheidsgordels gegespt en afgezet in het dorp. Van zijn leven zal het kalf geen beter bedje meer vinden vrees ik. Toen het kalf genezen verklaard werd kon deze dokter niet meer stuk en daarom neem ik maar genoegen met die cortisonen. En Bridjo lijkt een stuk gelukkiger.
Ondertussen blijf ik zelf ook maar stug door dokteren. Want hoewel mijn hersencapaciteit niet voldoende bleek voor dierendokter of wat voor dokter dan ook, zit het hart op de goede plek en heb ik een nieuwe manier gevonden om te helpen genezen. Een mens moet wat als je op een heuvel in de verte zit te staren en niets anders mee maakt dan beesten verzorgen en Tutjes rond commanderen. Dan gaat het kriebelen, dan wil je meer. Tevreden zijn met wat je hebt is er niet bij natuurlijk. Dat zit niet in de aard van het beestje. Mijn dans dames zijn kennelijk niet genoeg afleiding (ja er wordt nog steeds gehupst op zolder) geen uitdaging meer. En dus heb ik me geworpen op de voeten der mensheid. Over enige tijd kan ik trots zeggen dat ik voetreflextherapeut ben. Dat woord therapeut mag je kennelijk vrijelijk maar gebruiken en doet het altijd goed. Omdat ik natuurlijk niet zomaar kan gaan en staan waar ik wil en wanneer het mijzelf of een ander uitkomt, doe ik het lekker thuis, dat studeren dan. Maar hoewel ik nog niet halverwege de cursus ben, kriebelt het al van alle kanten. In gedachten verbouwen we onze huidige slaapkamer tot behandelkamer, waar ik iedereen uit de omgeving onder de voeten kriebel en beter maak. Nee zonder gekheid, ik heb er gevoel voor. Mijn helende krachten worden groter naarmate ik langer uit Nederland weg ben. Op zoek naar spiritualiteit en zin in het leven, grijp ik alles aan om er wat van te maken. De proefkonijnen staan al in rijen van drie opgesteld voor de deur maar ze moeten nog even wachten. Binnenkort oefen ik mijn kennis op de Tutjes en ik weet nu al dat ze dan binnen no time klaar voor vertrek zijn.
Tot die tijd gaan de Tutjes nog naar de gewone mensendokter voor bloedprikjes en andere kweekjes. En kan ik weer uitleggen dat de Tutjes liever rollebollen met vreemde oude mannen (van toch wel 19 of 20!) dan scrabbelen met hun moeder. Ik vrees dat ik dat er van onder de voeten niet uit kan masseren.
17-05-2011