Laatst kreeg ik weer de onbedwingbare neiging om bij de buren langs te gaan. Niet dat ik er wat te zoeken had hoor. Eieren hoefde ik niet en ik had ook niks te brengen. Oh ja toch wel: een beetje lever voor de honden. De motivatie lag ook niet zozeer bij de buren als wel bij ons: ik moest even het huis uit. Vluchten heet dat als je het negatief ziet. Buurten als je het positief ziet. Het is altijd weer een belevenis om daar te zijn. Het begon al met de niet zo hartelijke begroeting van wat een nicht bleek te zijn. Later bleek de nicht mij wel te kennen maar ik haar niet. Dat is dan natuurlijk wel vervelend. Dat komt ervan als je zoveel sterallures krijgt. Ook een zus van Marthe was er en die zat met een klein muizensmoeltje bij de kachel te kleumen. Er hing een sfeer of iemand dood was. Dat ben ik toch niet gewend. En aangezien ik misschien wel heel erg ongelegen kwam vroeg ik het voor de zekerheid maar. Maar nee zeg, slecht nieuws konden ze niet gebruiken hoor. Dat was er niet. Ja, en ik ben gek maar gelukkig kwam de aap al snel uit de mouw: de nicht had pas een kaakoperatie ondergaan. Daar moet je weken chagrijnig van zijn natuurlijk. Maar ik deed mijn best belangstellend te blijven. En de hele familie veerde weer op om het verhaal waarschijnlijk voor de tigste keer aan te horen en mee te leven. Nee nee tut tut het valt niet mee. Twee uur lang had ze met een plaatselijke verdoving haar mond open moeten houden. Daar zag je niks meer van trouwens. Alles zag er egaal uit. De koffie moest dan ook aangelengd worden met koud water want anders was het te heet en vast voedsel verteren ging helemaal niet. Daar kon haar moeder over meepraten want het muizensmoeltje is net hersteld van een slokdarmkramp. Die moest eerst 20 kilo afvallen voordat ze eens gingen kijken wat er aan de hand was. Afijn zo rolden we van de ene stilte in de andere. Ondertussen was Sylvie in alle staten: ze ging naar de kapper. Hoewel de nicht net het hoofd van Marthe had bewerkt liet Sylvie zich het uitje niet ontnemen. Samen met pa op pad. Sylvie had voor de gelegenheid haar schort afgedaan en een panty zonder gaten. Zelfs echte schoenen droeg ze. Met een rood hoofd liep ze van boven naar beneden ondertussen koffie schenkend voor het zootje dat zo nodig moest buurten. Net nu ze naar de kapper ging. Het kwam gewoon heel slecht uit En pa bleef maar gewoon zitten genieten van al het vrouwvolk dat over de vloer was. Zo kan je niet mee riep ik nog naar hem. Je ruikt naar koeienstal en het stro steekt overal uit. Na een rondje navraag was iedereen unaniem: nee, zo kon hij niet mee. Zuchtend stond hij op terwijl Sylvie angstig naar de klok keek. Nee, ze hadden nog tijd. Gelukkig hadden de overblijvers aan tafel weer nieuwe gespreksstof: wat doe je als je naar het dorp gaat? Overal uit, schone trui aan, haren kammen… Ik doe niet veel, zei ik. Ik loop zo van het één in het ander. Ja maar jij bent altijd schoon wilde Gilbert me complimenteren. Het klonk natuurlijk alsof ik altijd maar wat bij het haardvuur zit te breien. Ik was me dan ook regelmatig zei ik zachtjes tegen Gilbert. Dat heeft hij natuurlijk ook verkeerd begrepen. Alsof hij zich nooit wast. En zo hielden we de spanning er goed in. Gelukkig kwam Roger in propere kleding tevoorschijn maar van vertrekken was nog steeds geen sprake. Allerlei papieren moesten hun bestemming naar de portefeuille van de baas vinden. Autopapieren, ziekte kosten papieren, rijbewijs, paspoort. En daar ging weer een tijdje overheen. Je zou denken dat ze op reis gingen. Wat ik “effe” tussendoor doe is voor hun een complete volksverhuizing. Als Gilbert de volgende dag weggaat moeten alle papieren opnieuw overgeheveld worden en dan begint het weer van voor af aan. Als Pa en Sylvie dan eindelijk vertrokken zijn, gaat de rest van de vistie ikzelf incluis, ook maar weer eens op pad met allerlei excuses. Beesten verzorgen, koken, de was doen.. allemaal dingen waar ik zojuist nog voor gevlucht was.
25-10-2010