Heel voorzichtig begint er enige vorm in de vooruitgang van de Paquito verhaaltjes te komen. Nee, de Duitse variant wil nog niet van de grond komen. Het vertalen met de kennis waarmee ik het doe, gaat net iets te moeizaam. Hij vindt alles eigenlijk niet kunnen en kan zich absoluut niet verplaatsten in de fantasie. En als iets niet kan in de werkelijkheid, dan is het volgens hem ook niet te vertalen. Dat is jammer. Ik moet er dan flink tegenaan om hem van het tegendeel te overtuigen en zelfs dan gaat hij maar moeizaam over stag. Kortom het is een pittige worsteling en ik weet niet of ik dat vol ga houden. Maar dan de sluimerende langzaam voortschrijdende mond op mond reclame… Die loopt als een trein. Bij de BOMdames vinden de verhalen gretig aftrek. En die brieven het dan weer door aan anderen. Zo worden we ineens opgebeld door een wildvreemde mevrouw die haar zieke kleinkind op bezoek heeft. Het arme kind lijdt aan een spierziekte en gaat een gewis kort leven tegemoet. In vijf minuten tijd krijg ik het hele ellendige verhaal te horen. Wat wil nu het geval: ze hebben zo leuk een verhaaltje van Paquito gekregen van zo’n lieve dame en nu wil het arme zielige kind dat ten dode is opgeschreven de echte Paquito graag zien. En deze, wellicht wel één van de laatste, wens kan niet anders dan in vervulling gedaan worden. Ik kan moeilijk blaffen dat ik zojuist vijf dames heb lopen drillen, dat mijn hond er vandoor was gegaan naar de buren omdat hij daar een nieuwe vriend heeft en dat wij in opperste spanning zaten. Ik kan niet zeggen dat ik dood moe ben en geen zin in kinderen heb en dat ik gewoon siësta wil houden en de dag door zien te komen. Want tenslotte biedt dit ook mogelijkheden. De laatste kinderwensjes worden hier vervuld. Paquito zien en dan sterven. Hoe mooi is dat eigenlijk. Ik krijg visioenen van rijen kinderrolstoeltjes die door allerhande werknemers met lichtgevende vestjes het pad opgeduwd worden. Speciale vluchten naar L’Isle en Dodon voor zieken en behoeftigen. Een tweede Lourdes maar dan dichterbij. De merchandising machine gaat ook meteen lopen natuurlijk. Hoe meer verhaaltjes je leest hoe sneller je beter wordt. Een soort bijbel. Sleutelhangers, knuffels, afbeeldingen, kettinkjes, restaurant met worteltaart en distelsoep op het menu, you name it. En als heiligste activiteit even Paquito aanraken. Een worteltje geven. En misschien, heel misschien er op zitten. Maar dat is alleen weggelegd voor mensen met veel geld. Want van mededogen en de liefde alleen kunnen we hier niet leven. En geloof het of niet, we hebben de telefoon nog niet neergelegd of hij gaat alweer; Een mevrouw die alsjeblieft als het kan even Paquito wil zien. Het is niet te geloven. We moeten een agenda bij gaan houden, afspraken maken, wie eerst en wie laatst? Routebeschrijvingen maken, richtingaanwijzers vanaf Toulouse.
Het arme zielige, bijna dode kindje komt eerst. Stevig bewaakt door oma die op alles gilt dat hij op moet passen. Opa zegt voor de zekerheid maar niks want daar komt vast ruzie van. Het kind vindt alles prachtig en na een paar seconden op Paquito gaat de aandacht al gauw weer naar de honden en die zijn zo leuk dat de aandacht daar bij blijft. Ondertussen probeert oma met man en macht te laten zien dat het kind ooit wel manieren heeft geleerd. Ze is keihard tot op het bot. Maar dat is kennelijk goed voor het bijna dode kind, dat ook nog lijdt aan autisme en adhd en nog meer moderne kwaaltjes. Het geeft Bridjo even een flinke schop van achter maar die verblikt of verbloosd niet. Zo’n klein mormel kan ze wel hebben. Het vrouwtje is tenslotte wel erger aangepakt door lapzwansen en die deed dan ook net of er niks aan de hand was. Als antwoord geeft ze het kind een bal en een knappe zieke jongen die daar weerstand aan kan bieden. Van de gelegenheid maak ik gebruik om nog wat verhaaltjes kwijt te raken. Goh ja, dat zou leuk zijn! Wat vind je Max? Zou je dat leuk vinden? Maar Max vindt alleen juffrouw Bridjo nog leuk. Het zal hem een worst zijn. Oma vertelt in bedekte termen en half afgemaakte zinnen hoe zwaar het allemaal is. Opa blijft wijselijk met een mormel van een worstenhond onder zijn arm aan tafel zitten. Zeg die vriendelijke mevrouw nog even gedag Max! roept oma. Maar Max zit al in de auto op weg naar het volgende avontuur. Hij wordt er dan ook aan beide armen uitgesleurd, spierzwak of niet want gedag gezegd moet er worden. Met zoenen en al. Het arme kind. Ik speel maar mee.
Ik heb het stel nog niet met een bevroren glimlach uitgezwaaid of de volgende dames staan al in de rij. Twee straffe oude omaatjes zonder kinderen. Hè, daar gaat mijn visioen! Ik vraag ze toch maar eventjes of ze de echte Paquito soms willen zien want ik weet niet zeker waar ze anders voor komen. Och, kan dat??? Wat geweldig! En vervolgens was alles geweldig. Ze wilden zelfs wel komen bommen als ze niet ras weer terug in Nederland zaten. Maar Paquito verhaaltjes wilden ze wel: allebei een hele boks met luister cd en knuffel. Nog even gekibbel over welke kleur doos maar ze kwamen er uiteindelijk uit: “nee schat, rood staat veel beter bij jou” en: “ik vind jou echt meer een type voor groen, ik wist wel dat je die zou nemen.” Prachtig allemaal. En ze waren helemaal niet te beroerd om me even naar Boulogne heen en weer te rijden waar Theo ondertussen bij de garage zat te koekeloeren omdat de auto voor de zoveelste keer panne heeft. Maar dat is een ander verhaal. Paquito vond alle belangstelling wel grappig. Het levert tenslotte extra appeltjes op. Nog nooit zo’n brave ezel gezien. Als dit zo doorgaat wordt hij moddervet.
21-09-2010