Juffrouw Bridjo stond al met haar rugzak om en de landkaart tussen haar riem gestoken op Paquito te wachten.
– We gaan! Riep ze ongeduldig. We gahaan!
Paquito werd er een beetje zenuwachtig van. Voor het eerst in zijn leven ging hij op vakantie. Met juffrouw Bridjo nog wel. Hij was de hele ochtend al bezig met pakken geweest maar nu zat zijn rugzak nog steeds maar half vol.
– Ik weet niet meer wat ik nog meer moet meenemen, klaagde hij.
– Voldoende proviand voor een week minstens. Ik heb dat vorige week al tegen je gezegd.
Paquito was al op zoek gegaan naar proviand maar had het niet kunnen vinden. Eerst had hij een paar dagen en nachten nodig gehad om het woord uit zijn hoofd te leren. Daarna was hij heel lang bezig geweest om Pucks te zoeken om te vragen wat het betekende en nu had hij het nog niet gevonden.
– Niks lijkt op proviand, mopperde hij. Is het goed als ik gewoon een paar wortels en appels meeneem juffrouw Bridjo? Ik zou het anders echt niet weten.
– Vooruit dan maar, maar nu wel opschieten hoor. Je mag wel wat van mijn brokjes onderweg.
Paquito laadde zijn rugzak verder vol met wortels en gedroogde appeltjes, zette hem op zijn rug en kwam tevoorschijn.
– Zo goed?
– Prachtig, fluisterde juffrouw Bridjo met ontzag. Het ziet er heel professioneel uit.
– Het is wel zwaar hoor, klaagde Paquito. Het knelt onder mijn benen en ik heb het nu al warm.
Voorzichtig zette hij een paar passen.
– Pffff… Hoe ver gaan we eigenlijk?
– We moeten nog beginnen! Riep juffrouw Bridjo en driftig begon ze in de richting van het hek te lopen. Paquito wankelde achter haar aan.
– Ik heb dorst, klaagde hij, ik heb nu al vreselijke dorst. Even wachten hoor!
Hij moest op zijn knieën zitten om zijn rugzak af te gespen. Hij graaide wat tussen de appels en wortelen en vond toen de fles water. In één slok was de fles leeg.
– Probleem! Sprak hij plechtig. Mijn water is op. Nu moet ik eerst de fles bij vullen.
Juffrouw Bridjo slaakte een zucht en ging weer zitten. Terwijl Paquito de waterfles vulde, bekeek ze voor de zoveelste keer die dag de kaart maar weer. De tocht die eerst heel lang was, was al behoorlijk ingekort en opnieuw ging daar een stukje af.
– Ik vrees dat ik vandaag niet moe in mijn pootjes ga worden maar wel ergens anders…
Maar omdat ze even niet had opgelet had juffrouw Bridjo niet gezien dat Paquito alweer fluks in de benen was gekomen en tante Noor aan het uitzwaaien was.
– Zul je een kaartje sturen? Vroeg tante Noor bezorgd. En elke dag even bellen waar je bent. Heb je wel een muntje bij je voor de telefoon? Als je maar een muntje bij je hebt, dan kan je niks gebeuren. Dan trek ik mijn hardloop ijzers aan en kom je halen. Heus, niet vergeten een muntje mee te nemen hoor!
Paquito zocht overal maar kon geen muntje vinden.
– Ik geloof dat ik dat vergeten ben zuchtte hij. Weer pakte hij al zijn bagage af, op zoek naar het muntje en weer streepte juffrouw Bridjo een stukje van de route af.
– Vandaag hoeven we nog maar tot het hek te komen mompelde ze. Dat moet toch lukken!
Tante Noor stond met tranen in haar ogen toe te kijken hoe de twee de heuvel af liepen: Juffrouw Bridjo parmantig met haar prachtige zwarte vacht en Paquito met zijn pluizenbolletje. Allebei bepakt en bezakt. Juffrouw Bridjo zelfverzekerd, Paquito wat zwabberend. Plotseling hield het tweetal stil.
– Ik heb heimdinges juffrouw Bridjo! Paquito stond met de tranen in zijn ogen naar de heuvel te kijken, waar tante Noor nog stond te zwaaien. Ik geloof dat ik nog even tante Noor gedag wil zeggen. En nog voordat het laatste woord in de lucht hing, rende Paquito met bagage en al terug de heuvel op, licht als een veertje en zo snel als hij kon.
Juffrouw Bridjo haalde haar schouders op en zette haar tentje vast op. Kookte een lekker potje en genoot van de ondergaande zon in de verte.
– Dit is pas echt vakantie, zuchtte ze tevreden.