Het was zo vroeg in de ochtend dat het eigenlijk nog geen ochtend was. De haan had zelfs nog niet gekraaid en die was eigenlijk altijd erg vroeg. Paquito opende voorzichtig één oog en voor hij het wist waren ze allebei open gesperd en keek hij de donkere heuvel over, in de richting van de maan. Precies tussen de boom op de heuvel en de maan in de verte, zag hij Indy de kip vliegen. Als een zwarte schaduw fladderde ze om de heuvel heen, op en neer en zwaaiend van links naar rechts. Paquito keek zijn ogen uit. En toen Indy er lucht van kreeg, dat Paquito was wakker geworden riep ze:
– He pietje! Doe je mee?
Paquito’s stembanden waren nog niet helemaal gesmeerd.
– Uche uche, ahum brrr… wat doe je dan?
– Dat zie je toch! Ik fladder, ik vlieg, ik zweef ik glijd door de lucht. En om het te bewijzen, maakte ze een buiteling en een koprol, zonder de grond aan te raken en scheerde rakelings langs de boomtakken waaronder tante Noor nog lag te snurken.
– Ik kan dat niet, dat weet je toch Indy? Ik ben gewoon nog niet zo goed in vliegen en fladderen. Ik kan nog maar net mijn oren wassen. Zelfs balken kan ik nog niet echt.
Indy, die het alleen vliegen een beetje zat was, dook naar beneden en belandde een beetje rommelig en met haar snavel in de grond, voor Paquito’s hoefjes.
– Goed, zei ze vriendelijk, ik zal het je leren. Ik kan het zelf ook nog maar sinds vannacht dus ik weet nog wel bijna precies hoe ik het geleerd heb. Om te beginnen moet je eerst flink met je vleugels slaan.
Dat leek Paquito een goed plan en omdat hij wel wist dat zijn vleugels nog heel klein waren en eigenlijk nog niet zichtbaar, schudde hij heel hard met zijn buik.
– Goed heel goed, zei Indy voldaan. Dat heb ik ook gedaan. Even denken hoor.
Het was een tijdje stil. Paquito wist wel dat Indy moeite had met nadenken en om haar niet te storen, deed hij even een hazenslaapje tussendoor.
Hummes de haas werd daardoor ruw verstoord bij het verorberen van een klavertje vier.
– Is dit nu noodzakelijk dat u mij interrumpeert bij het verorberen mijner maaltijd?
Paquito verstond er niks van.
– Ik weet niet of er een nooddinges is meneer de haas.
– Hummes, zeg maar hummes, humde Hummes de haas
– Dank u meneer Hummes. Ik was niet van plan om …
Maar net toen hij probeerde te zeggen dat hij niet kon interdingesen omdat hij niet eens wist wat dat was, riep Indy hem alweer terug naar de orde van het krieken van de dag.
– Ik weet het weer riep ze. Eerst flink met je vleugels slaan, dan rennen en afzetten en dan heel hard nadenken, over dat je vliegt.
Paquito probeerde heel hard de volgorde te onthouden want hij wilde heel graag dat het vandaag zou gaan lukken.
– Vleugels slaan, rennen, afzetten, nadenken, rennen, vleugels, afzetten, denken,vleug, ren, denk, af, vleu, re, af, de…vleure, vleur, vleu….
Bedrempeld ging hij er even bij zitten want hij was de volgorde vergeten en nu hadden alle woorden hun betekenis verloren. Maar even later vloog hij toch met Indy over de heuvel en over de bomen waaronder tante Noor lag te slapen in de richting van de verte. Hummes de haas was er ook bij.
– Dit was ik wel zeker niet van plan geweest, humde hij ontevreden. Vol gaarne had ik toch veel liever mijn diner genuttigd. Mopperend vloog hij samen met Indy en Paquito in de richting van de andere kant van de wereld, achter de zon aan. Ze fladderden allen verwoed met hun vleugels en vlogen om het hardst. En net toen ze de zon hadden ingehaald, werd het dag op de heuvel bij de boom waar tante Noor inmiddels wakker was geworden.